Viscerale fascia therapie als behandeling voor bewegingsbeperkingen van organen in de buikholte die musculo-skeletale klachten kunnen veroorzaken.

Het belang van een onopvallende structuur.

Wat denk jij? Wat zit er naast organen, spieren, bloedvaten, zenuwen en lymfevaten nog in onze buik? Het is een structuur waar je niet onmiddellijk aan denkt. Het is een structuur die rond 1980 nutteloos werd geacht. Het werd tijdens de lessen anatomie weggesneden en weggegooid. Tot enkele jaren geleden. Eindelijk is het inzicht gekomen dat deze structuur veel meer invloed heeft dan je zou denken. Waarover gaat het hier? Het gaat over het bindweefsel, ook wel fascia genoemd. Fascia is een structuur die eindeloos kan ontdubbelen. Fascia laat transporten toe van vloeistoffen doorheen het lichaam. Fascia laat organen glijden ten opzichte van elkaar. Fascia is een veelzijdige fascinerende structuur die veel meer bijdraagt aan ons welzijn dan men vroeger dacht.

Fascia is de verbindende communicator.

Fascia verbindt al onze organen. De lever is grotendeels vergroeid met het middenrif. De nieren liggen tegen één van de grootste spieren in de buik. Alles zit verpakt in fascia. Het zorgt voor een optimale samenwerking in ons lichaam, zonder dat we er bewust van zijn. Het hart klopt honderden keren per dag. De ademhaling gebeurt automatisch. De nieren en lever ontgiften ons lichaam. De darmen zorgen met hun acht meter voor een ingewikkeld verteringsproces. Via de fascia is er een voortdurende onderlinge communicatie en verbondenheid. Alles is  perfect geregeld en op elkaar afgestemd door ons autonoom zenuwstelsel, zowel orthosympathisch als parasympathisch, dat eveneens verweven zit in de fascia via tal van zenuwknopen. De fascia is de neuro-vasculaire trein van ons lichaam.

Fascia zorgt voor onderlinge bewegingsvrijheid van de organen.

Onder invloed van de ademhaling en activiteit van de spieren bewegen alle organen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de omliggende structuur en dat voor vele centimeters op en neer, links en rechts. De bewegingsvrijheid of mobiliteit van een zone rond een orgaan kan echter verstoord geraken. Een vaak voorkomende beperking is een verstoring in de beweging van de lever. Als gevolg hiervan ontstaan ademhalingsklachten en pijn tussen de schouderbladen.

Oorzaken van bewegingsbeperkingen van organen.

Wat kan de oorzaak zijn van bewegingsbeperkingen van organen? Een operatie of een litteken. Verklevingen in de buikholte ontstaan na een infectie zoals een gesprongen appendicitis. Genetische oorzaken. Posttraumatische oorzaken zoals een val op het staartbeen. En zelf voedingsfactoren zoals alcohol, koffie, medicatie of suiker.

Let op! Fasciatherapie kan een oplossing zijn voor bewegingsverliezen, maar niet voor een ziekte. Fasciatherapie helpt niet bij een maagzweer, een leververvetting of een darmpoliep op zich. Raadpleeg hiervoor een dokter. Fasciatherapie helpt bij functionele problemen, maar niet bij structurele ziektes. Fasciatherapie kan zo wel helpen bij de functionele gevolgen die zijn ontstaan bij een structurele ziekte.

Hoe onderzoekt de viscerale fasciatherapeut?

De therapeut onderzoekt eerst het probleem lokaal. Door op het orgaan te duwen, kan een fasciatherapeut voelen of het stug, elastisch of gezwollen aanvoelt. Ook de zone rond het orgaan ondergaat een test om een beeld te krijgen van de mobiliteit of beweging van het orgaan.

Aanvullend bekijkt de therapeut de bezenuwing van het orgaan vanuit de nek en de rug en andere belangrijke knooppunten in de buik. Indien nodig breidt hij de behandeling verder uit naar andere zones.

Hoe werkt viscerale fasciatherapie dan?

Fasciatherapie helpt bij bewegingsverliezen van organen. Fasciatherapie werkt niet op het orgaan zelf, maar op de structuren errond. De fasciatherapeut maakt de glijvlakken rond de organen vrij. De doorbloeding van het orgaan verbetert en de afvoer via het lymfesysteem gaat vlotter.

Neem nu een vaak voorkomend probleem zoals het verlies aan beweging tussen de lever en het middenrif door een functionele verkleving. Het doel is om de lever terug te laten glijden ten opzichte van het middenrif. Door het middenrif te rekken, de ligamenten van de lever los te maken en de vliezen rond de lever te versoepelen, kan de lever terug als vrij glijdend orgaan zijn functie optimaler uitvoeren.

Een fasciatherapeut kan de bewegings- en glijvlakken van de meeste organen in de buikholte, borstholte en bekken behandelen. Het doel is steeds om de mobiliteit van de organen te herstellen. Daardoor verbetert de doorbloeding en de zenuwgeleiding. Het orgaan werkt optimaler. En de patiënt keert tevreden terug naar huis.

Meer weten over viscerale fasciatherapie?

Fascinerend, toch? Dit kan allemaal dankzij de fantastische fascia. Wil je meer weten over fasciatherapie en de bijhorende behandelingen? Dan kan onze opleiding fasciatherapie jouw vooruithelpen. Voeg jij deze aanpak toe aan jouw talentenpakket als kinesitherapeut? Jouw patiënten zullen je dankbaar zijn.