Manuele Therapie, reeds bij de anamnese volgt men een logische redenering om een antwoord te krijgen op volgende vragen: heeft het probleem een biomechanische oorzaak, een neurofysiologische oorzaak of een mengeling van beide, Men probeert de oorzaak van het probleem op te sporen: lokaal of ergens anders in het lichaam:
 
Ergens anders ‘in’ het neuro-musculo-skeletaal systeem (biomecanische of neurogene relatie).
vb. een enkeldistorsie en bekkenverwringing.
vb. een laesie t.h.v. TLO en pijn thv de lies, SIG,…
 
Ergens anders ‘buiten’ het neuro-musculo-skeletaal systeem (neuroreflectoire relatie tussen het visceraal systeem en de plaats van de klacht).
vb. een abdominale congestie die via viscero-pariëtaal reflex cervico-brachialgieën geeft. Het grote onderscheid is dus de globaliteit EN het klinisch redeneren. Het is meer dan alleen maar manipulatieve technieken aanleren. Naast de articulairetechnieken (de 5 graden van Maitland) worden ook functionele technieken, spiertechnieken, neurogene technieken aangeleerd. Er worden dus thrusttechnieken aangeleerd nadat alle contra-indicaties zijn uitgesloten (via klinisch redeneren en specifieke tests). Daarom is het nodig dat men een opleiding krijgt, gebaseerd op EBM (evidence based medicine) zoals die wordt voorgesteld door IFOMT (International Federation of Orthopaedic Manipulative Therapists ).
 
Manuele Therapie is dus niet zoals het volgend